Op 27 februari is de eerste besmetting met COVID-19 in Nederland een feit. Al vanaf 28 februari wordt het rustig op de Biotech Campus Delft. En sinds 3 maart werkt iedereen thuis die niet per se op de locatie hoeft te zijn. “We hebben geleerd van eerdere epidemieën. Ons noodplan lag al klaar”, zegt SHE and Security manager Thom van Eyck.
Gezondheid en veiligheid staan altijd op één op de Biotech Campus Delft. Dat betekent dat er een plan ligt om de gevolgen van calamiteiten te beperken. “Toen we zagen wat er in China gebeurde, hebben we direct dit plan erbij gepakt. Het bevat onder andere richtlijnen die zijn opgesteld na de vogelgriep, en die zijn aangepast na de SARS- en MERS-virussen”, zegt Thom van Eyck. “Ze zijn bedoeld om onze mensen gezond te houden en de continuïteit van de bedrijfsvoering – de productie én de werkgelegenheid – te garanderen.”
Om de consequenties van deze crisis voor de Biotech Campus Delft in kaart te brengen, werd een lokaal crisisteam bijeen geroepen. Dat analyseerde heel snel welke voorzieningen móésten blijven draaien. “Behalve de fabrieken zijn dat bijvoorbeeld de afvalwaterzuivering, de stoom- en elektriciteitsvoorziening, de aan- en afvoer van goederen en bepaalde research. Sommige diensten, zoals onderhoud, draaien gedeeltelijk door: wat noodzakelijk is voor de productie en de veiligheid gebeurt wél, onderhoud dat nog even kan wachten stellen we uit.” Er is dankbaar gebruik gemaakt van de voorschriften en richtlijnen van het DSM Global Response Team. Dit is een team van professionals uit diverse disciplines, dat bij elkaar wordt geroepen in tijden van nood om de crisis in kaart te brengen en passende maatregelen voor DSM wereldwijd te implementeren, om zo de impact en gevolgen voor het bedrijf en de medewerkers te beperken. Hier hebben we ook op de Biotech Campus Delft, met zowel DSM als niet-DSM bedrijven, veel aan gehad.
Veel werk kan ook buiten de bedrijfspoorten plaatsvinden. “We zijn dat gewend, het is voor ons normaal”, aldus Van Eyck. “Zo is DSM een internationaal bedrijf, waarvan de medewerkers vaak op een andere locatie dan Delft werken. Ook heeft de onderneming een paar jaar geleden ‘Het Nieuwe Werken’ ingevoerd, waarbij medewerkers plaatsonafhankelijk kunnen werken. Ze hebben de beschikking over de daarvoor benodigde apparatuur en weten hoe ze hun data veilig houden.” De andere bedrijven op de campus hanteren vergelijkbare werkwijzen.
Wie niet per se op de locatie moet zijn, werkt thuis. “Dat is veiliger voor de mensen zelf en beperkt het risico voor de collega’s die wél op locatie moeten werken.” Voor de operators, kwaliteitscontroleurs, beveiligers, brandweerlieden, monteurs en alle anderen voor wie het werk echt op de locatie ligt, zijn veiligheidsvoorzieningen geregeld. “Denk aan mondkapjes, handschoenen, handgel, spatschermen en dergelijke”, zegt Van Eyck. “Ook respecteren we de anderhalve meter afstand, controleren we de temperatuur van iedereen die de site betreedt, hebben mensen uit risicogebieden een toegangsverbod en verkopen we alleen voorverpakt voedsel in het bedrijfsrestaurant.”
De coronacrisis blijft zich ontwikkelen. Elke nieuwe situatie kan tot nieuwe maatregelen leiden. “We schalen op zodra dat nodig is”, zegt Van Eyck. “Tot dusverre is het noodplan adequaat gebleken. Maar ongetwijfeld zullen we, als de crisis voorbij is, ons plan nog moeten aanscherpen. Ik zou bijna zeggen: wás het maar vast zover...”