De toenemende druk om nieuwe oplossingen te vinden voor een duurzamere productie van voedsel, materialen en chemicaliën, leidt tot veel interessante ontdekkingen op laboratoriumschaal. Om op een commercieel haalbare manier een reële impact op ons milieu te creëren, moeten deze kansen echter worden uitgebreid van productie op kleine schaal naar die op industriële schaal. Gezien de complexiteit, de kosten en de risico's die gepaard gaan met opschaling, wordt deze stap vaak de vallei des doods genoemd, wat leidt tot gemiste marktkansen van innovatieve technologieën.
10 jaar geleden hebben DSM, de Technische Universiteit Delft en CSM-Purac (nu Corbion) de handen ineengeslagen en de Bioprocess Pilot Facility BV opgericht: een open access, 5.000 m2 grote pilot-productiefaciliteit voor industriële biotechnologie op de Biotech Campus Delft, Nederland. Zowel private als publieke partners kunnen toegang krijgen tot deze proeffabriek voor onderzoek en ontwikkeling met betrekking tot opschaling van bioprocessen, zonder te hoeven investeren in eigen apparatuur of operators. Hiermee de-riskeren ze hun business en verkorten ze de 'time-to-market'.
De Bioprocess Pilot Facility (BPF, www.bpf.eu) is gespecialiseerd in het opschalen van voorbehandeling en hydrolyse van biomassa enerzijds en vergisting en downstream processing anderzijds. Het BPF biedt ondersteuning om over te stappen naar productie op commerciële schaal in een toegewijde en gecertificeerde food- en non-foodomgeving.
De afgelopen jaren is de stakeholderomgeving bij BPF veranderd. Corbion heeft besloten met te stoppen als aandeelhouder van BPF na 10 jaar verbonden te zijn geweest aan BPF. De ambitie van de Biotech Campus Delft om een open innovatiehub voor industriële biotechnologie te worden is werkelijkheid geworden. In 2020 is de stichting Planet B.io (www.planet-b.io) opgericht met als doel om op de Biotech Campus Delft nieuwe labs en kantoren te creëren voor Biotech startups en scale-ups. Planet B.io creëert niet alleen werkruimten, maar ondersteunt jonge bedrijven ook in hun groei door een verscheidenheid aan technische en zakelijke diensten en financieringsmogelijkheden aan te bieden. De samenwerking tussen BPF en Planet B.io is altijd vruchtbaar geweest, aangezien jonge bedrijven op de campus expertise en faciliteiten vinden bij het BPF voor hun noodzakelijke opschalingsactiviteiten.
Op basis van de synergie tussen Planet B.io en BPF was het een logische stap voor de BPF om Planet B.io uit te nodigen om een derde aandeelhouder in het bedrijf te worden, naast de TU Delft en DSM. Geen van de aandeelhouders heeft een meerderheidsbelang, waardoor een evenwichtige samenstelling van het bestuur ontstaat.
Managing Director van Planet B.io Cindy Gerhardt zegt: “We hebben hoge ambities als het gaat om het op commerciële schaal brengen van innovatieve biotech-oplossingen. Door onze samenwerking met het BPF te versterken, kunnen we onze krachten bundelen om de waardepropositie van de Biotech Campus Delft te verbeteren. Ik kijk ernaar uit om een nog stimulerendere omgeving te creëren voor bedrijven om zich bij onze campus aan te sluiten en alle benodigde infrastructuur, kennis en talenten te vinden die ze nodig hebben om te groeien.”
Eric Goossens, Managing Director van BPF, voegt hieraan toe: “Ik ben zeer verheugd om Planet B.io als aandeelhouder te hebben en ik dank Corbion voor zijn inzet in de afgelopen jaren, waarbij de steun van onze 3 aandeelhouders essentieel was. De intrede van Planet B.io als aandeelhouder markeert het begin van een volgende fase voor BPF, tien jaar na de oprichting. Sinds de oprichting van BPF in 2012 zijn er grote stappen gezet om niet alleen het merk BPF over de hele wereld te vestigen, maar ook om het toenemende aantal innovaties in de biobased circulaire economie uit te voeren en zo tal van innovaties in de vallei van de dood mogelijk te maken . De volgende fase in het 10-jarig jubileumjaar 2022 van BPF zal worden gekenmerkt door een toename van de capaciteit om nog meer innovaties te ondersteunen, niet alleen op het bredere gebied van industriële biotechnologie, maar zeker op het groeiende alternatieve eiwitgebied.”