Op de Biotech Campus Delft gonst het van de bedrijvigheid. Van start-ups tot multinationals wordt hier gewerkt aan innovatieve producten en productieprocessen op het gebied van voeding, biochemie en biotechnologie. Maar een succesvolle innovatie op laboratoriumschaal is niet automatisch geschikt voor grootschalige productie. Plant One Delft is de schakel tussen klein en groot. Hier kunnen bedrijven grote hoeveelheden van hun product maken om te testen, en de industrie overtuigen van de haalbaarheid van hun innovatie.
Een uitkomst
Technisch directeur Menno Rus is trots op de faciliteit. “We hebben hier vijfduizend vierkante meter aan hoogwaardige productiefaciliteiten”, zegt hij. “Als een goed idee het schopt tot een product, kunnen wij er hier tientallen tot duizenden liters van maken. En we produceren niet alleen, maar we filtreren, scheiden en drogen het ook.” Er zijn niet veel van dergelijke faciliteiten in de wereld, vertelt Rus. “En dat terwijl er ontzettend veel ontwikkeling is op het gebied van biotechnologie. De uitdagingen zijn groot: we moeten af van fossiele brandstoffen, de veestapel moet kleiner en we moeten alternatieve vormen van voedsel produceren. Talloze bedrijven werken aan biogebaseerde antwoorden op deze uitdagingen. Tegelijkertijd is het voor henzelf bijna niet te doen om hiervoor een proeffabriek te bouwen: het aanvragen van vergunningen en voorzieningen en het huidige tekort aan personeel is niet makkelijk. Plant One Delft is voor hen een uitkomst.”
Eerste klanten
Het verbaast Rus dan ook niet dat direct na de overname op 10 april jl. de eerste klanten spontaan contact opnamen. “We zitten nog in de oriëntatiefase”, vertelt hij, “dus voorlopig zijn het nog gesprekken. Maar het ziet er goed uit.” Ondertussen werkt hij aan de opstart van de fabriek. “Plant One Delft zet de activiteiten voort die voorheen onder de vlag van de Bioprocess Pilot Facility werden gevoerd. Maar, hoewel de faciliteit de afgelopen periode goed onderhouden is door een operationeel beheerder, heeft ze wel ruim een jaar stil gestaan. We moeten de fabriek dus helemaal nalopen en weer in bedrijf stellen. Bovendien moeten we de juiste mensen aantrekken, zodat we onze relaties optimaal kunnen helpen. We hebben goed opgeleide operators nodig, naast mensen die onze klanten kunnen adviseren over het traject.” Plant One heeft in Rotterdam een vergelijkbare faciliteit. “Daar werken we voor en met start-ups in nieuwe energie, recycling en duurzaamheid. De scope is anders, maar het concept is vergelijkbaar. De ervaring met het succesvol runnen van een commerciële proeffaciliteit in Rotterdam nemen we mee naar Delft. We zijn ervan overtuigd dat dit een succes wordt.”
Bij ons maak je het mee
Dat wil niet zeggen dat er geen uitdagingen zijn. “Het vinden van goed personeel is het lastigst”, zegt Rus. “We zoeken uitstekend gekwalificeerde mensen die van aanpakken weten. Die zijn schaars en kunnen overal terecht. Maar wij bieden iets wat ze elders moeilijk kunnen vinden: werken in een platte organisatie aan de wereld van morgen. Hun werk is uitdagend en veelzijdig. Waar maak je dat mee?”
De komende jaren verwacht Rus Plant One Delft te vullen met werk. “We kunnen hier tientallen klanten helpen, en het gaat nu al lopen”, zegt hij tevreden. Hij voelt zich thuis op de Biotech Campus Delft. “De mix van bedrijven die hier zitten is heel interessant: van klein tot heel groot. Plant One Delft past daar perfect bij en we zien er naar uit kennis te maken met alle bewoners van de campus.”
Rus kijkt ook al naar de toekomst. “Stel dat bedrijven bij Plant One Delft tot de conclusie komen dat hun product technisch haalbaar is en relevant voor de markt, dan is er ruimte om nog flink uit te breiden op de Biotech Campus Delft. Plant One Delft zou daar misschien een bijdrage aan kunnen leveren.” Maar zover is het nog niet. Voorlopig heeft Rus de handen vol aan de succesvolle herstart van de proeffaciliteit. “Binnen een aantal maanden helpen we de eerste klant”, voorspelt hij.
Foto: de betrokken voor voormalig BPF, Menno Rus 4de van rechts