Een raccordement is een opstelplaats voor treinen, bestemd voor het afhandelen van goederen. Het sluit aan op een hoofdspoornet. Zo'n raccordement lag sinds de jaren '60 op het terrein van DSM in Delft. Best bijzonder, want zoveel van die raccordementen zijn er niet in Nederland. “Wij gebruikten het raccordement om grondstoffen zoals zwavelzuur en ammonia op een veilige manier op onze locatie te krijgen”, vertelt Prashant Gupta, programma manager bij DSM in Delft. “Elke week kwamen diverse spoorladingen bij ons aan.” Behalve via de weg en over water, was de locatie daarmee ook per trein bereikbaar. “Dat is fantastisch, want transport per spoor is duurzamer dan over de weg.”
Alle transportopties open
Door de aanleg van de nieuwe spoortunnel, die ter hoogte van DSM de grond in duikt, moest het raccordement opnieuw worden gebouwd. “Er ontstond een hoogteverschil dat we niet zomaar konden overbruggen”, vertelt Geert Neefs, omgevingsmanager van ProRail, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het spoorwegnet in Nederland. Aanvankelijk wilde ProRail een afspraak maken met DSM om het raccordement niet terug te laten komen, maar dat vond DSM niet acceptabel. Gupta: “We wisten niet hoe onze locatie zich de komende decennia zou ontwikkelen, en dan houd je graag alle transportopties open.” Er volgde een periode van onderhandelingen met ProRail en in 2008 ondertekenden de partijen een samenwerkingsovereenkomst. ProRail zou een nieuw raccordement bouwen, sober maar volgens de laatste normen. Er kwam een toerit vanaf de hoofdspoorlijn naar het nieuwe raccordement. Ook werd de spooronderdoorgang tussen het oostelijk en het westelijk deel van het terrein verbreed en verdiept. ProRail zou dit uitvoeren in nauw overleg met DSM en zonder de bedrijfsvoering te belemmeren.
Minimale overlast
De praktijk bleek weerbarstig. Er moesten stikstoftanks, kabels en leidingen worden verplaatst, stoomleidingen vervangen, honderden meters tijdelijke pijpleidingen aangebracht, een nieuwe weg aangelegd én de grond moest worden gesaneerd. “Na 150 jaar industriële bedrijvigheid zaten er zaken in de grond die naar de huidige normen niet meer acceptabel zijn”, zeggen Neefs en Gupta. De voorbereidingen alleen al duurden drie jaar. Pas in 2011 konden de werkzaamheden beginnen. Prashant Gupta is vol lof over de engineering en de uitvoering van het werk. Ook Neefs is bijzonder trots. “We moesten met groot materieel werken binnen heel kleine marges”, zegt hij. “Soms was het millimeterwerk. Bovendien wilden we zo weinig mogelijk overlast veroorzaken voor het bedrijf en de omwonenden. Damwanden hebben we bijvoorbeeld gedrukt in plaats van getrild.”
Nieuwe tijdshorizon
De aanvankelijke deadline van 2015 kwam steeds dichterbij. Neefs: “Uiteindelijk hebben we besloten de aanleg van de tunnel toerit en de onderdoorgang los te knippen van de bouw van het raccordement. De eerste twee haalden zo de deadline van 2015. Omdat het werken op het DSM-terrein en de afstemming die daarvoor nodig was gecompliceerd waren, kreeg het raccordement een nieuwe tijdshorizon.” Gupta: “Het kon niet anders, maar het betekende wel dat we nog jaren langer met vrachtwagens onze grondstoffen moesten aanvoeren. Helaas, want het spoor is en blijft duurzamer dan dieseltankwagens.”
Nog twee losstations
Nu is het zover: het raccordement is gereed en eind dit jaar zijn ook de nieuwe losstations aangelegd. In 2023 mogen er weer grondstoffen per spoor worden aangevoerd. In de nacht, want overdag is het spoor te druk bezet. “Momenteel leggen we nog twee losstations aan en dan zijn we klaar, het is de laatste stap”, zegt Neefs. Voor omwonenden verandert er weinig, maar voor Neefs en Gupta is dat wel het geval. Gupta: “Er kwamen twee werelden samen, die van ons als industriële onderneming en die van spoorwegbouwer ProRail. In het begin was er best wat wantrouwen, maar daar is niets van over: we waarderen elkaar enorm. Samen met de uitvoerende partijen is een grootse prestatie geleverd – ik durf te beweren dat het raccordement een parel is. We zijn straks klaar voor een nieuwe eeuw transport per trein. Dat gaan we zeker samen vieren!”