De wereldbevolking groeit en wordt gemiddeld steeds rijker. Daarmee groeit ook de vraag naar plantaardige of dierlijke eiwitten. Maar voor de productie van zulke eiwitten is veel land en water nodig. Bovendien komt er veel CO2, methaan en stikstof vrij. De broeikasgassen dragen bij aan de opwarming van de aarde. “We hebben berekend hoeveel eiwit er in 2050 nodig is”, zegt Henk Noorman van dsm-firmenich en de TU Delft. “Als de wereldbevolking groeit met twee miljard mensen, en ook de middenklasse blijft toenemen, is er op z’n minst 50% meer eiwit nodig dan nu. Het is niet mogelijk om dat op traditionele wijze te maken.”
Onze microben hebben een hoog eiwitgehalte
'Op traditionele wijze' betekent dat je het eiwit uit planten haalt, zoals soja. Of je haalt het uit dieren, zoals koeien of vissen. Nu al loopt de wereld daarbij tegen grenzen op, maar als de productie verhoogd moet worden betekent dat nog meer ontbossing, overbevissing en CO2 in de lucht. “Daar kunnen we iets aan doen met alternatieve eiwitten”, vertelt Noorman. “We kunnen eiwitten halen uit schimmels, gisten of bacteriën. Deze hebben een hoog eiwitgehalte. Op de Biotech Campus Delft weten we als geen ander hoe we gisten gecontroleerd kunnen kweken. Dat doen we al ruim 150 jaar. Maar aan eiwit alleen als vlees- of zuivelvervanger heb je nog niks, je moet er ook nog een smakelijk en gezond product van maken, zoals een hamburger. En dat vereist onder andere geur- en smaakstoffen. Ook die ontwikkelen en produceren we hier.”
Demonstratiefabriek
dsm-firmenich heeft dus een prima uitgangspositie om zulke eiwitten te ontwikkelen en te produceren. “We werken er al jaren aan en hebben geslaagde proeven gedaan”, aldus Noorman. “Nu willen we, samen met partners, opschalen naar een demonstratiefabriek. We zoeken een geschikte locatie.” Dat zou in Nederland kunnen zijn, maar ook elders in de wereld. “Het hangt af van de technologie, de financiering en de regelgeving.” dsm-firmenich kijkt onder andere naar Rotterdam en Amsterdam. “We zoeken chemische bedrijven die 'groene moleculen' produceren uit CO2 en groene stroom. Samen met groene stikstof zijn dat grondstoffen voor ons productieproces.” Een groot bijkomend voordeel is dus dat de microben meehelpen broeikasgassen om te zetten in eiwit – een positieve bijdrage aan het milieu.
Goed voor Nederland
“Nederland kan hier veel baat bij hebben”, zegt Noorman. “Via de energietransitie gaan we naar de eiwittransitie en die kan heel groot worden.” Er is wel een knelpunt: de benodigde groene stroom is nu nog erg duur. “We hopen dat de overheid tijdelijk een bijdrage wil leveren, voor een gezonde business case. We willen niet wachten tot over tien jaar voldoende en betaalbare groene stroom beschikbaar is, want dan zijn we te laat.” De concurrentie zit namelijk niet stil. Overal ter wereld wordt gewerkt aan innovatieve oplossingen voor het eiwittekort. Ook op de Biotech Campus Delft. “Hier werken bedrijven aan andere oplossingen, zoals zuivelvervangers, nieuwe planteiwitten, kweekvlees of eiwitten uit bacteriën. Denk bijvoorbeeld aan Vivici, Proeon en Meatable, waarvan de laatste nu elders door gaat groeien.” Ziet Noorman deze bedrijven als concurrenten? “Natuurlijk, maar ook als mogelijke samenwerkingspartners. In onze optiek is het goed om kennis te delen, want je wordt er altijd beter van. Je geeft iets, en je krijgt meer terug. En er is genoeg ruimte voor iedereen.”
Op de schouders van Van Marken
“Als het aan ons ligt, draait de demonstratiefabriek al over een jaar of vier à vijf. Dan kan er proefgedraaid worden, zodat we in 2030 op de markt zijn.” Noorman is enthousiast. “De noodzaak is enorm, we kunnen écht impact hebben. De spirit is goed!” Prachtig vindt hij ook dat hij daarbij op de schouders van een reus uit Delft kan staan. “Jacques Van Marken maakte op deze zelfde plek 150 jaar geleden gisten waarmee bakkers stabiel goed brood konden maken. We gaan dus in zekere zin terug naar onze 'roots'. Ik vind dat mooi.”